EU Parlement keurt nieuwe Richtlijn Auteursrecht goed

Wat is de nieuwe Richtlijn Auteursrecht in de Digitale Eengemaakte Markt?

 

Het Europees Parlement heeft op 12 september 2018 een nieuwe Europese Richtlijn inzake auteursrechten in de Digitale Eengemaakte Markt goedgekeurd. Het voornaamste doel van deze Richtlijn Auteursrecht is om het Europees auteursrecht af te stemmen op de recente ontwikkeling van digitale technologieën. Bovendien wordt met de Richtlijn Auteursrecht een “digitale eengemaakte markt” nagestreefd. Dit betekent dat er binnen de EU, om versnippering van de interne markt te voorkomen, wordt geprobeerd de verschillen tussen de nationale auteursrechtenstelsels te verkleinen, en de online toegang voor gebruikers in heel de EU op ruimere schaal mogelijk te maken.

Wat is de controverse rond de Richtlijn?

 

De taak van het Parlement om het Europees auteursrecht aan te passen aan het digitale tijdperk bleek een moeilijke opdracht. Tot aan het laatste ontwerp van de Richtlijn bracht het ontwerp de nodige controverse met zich mee. Twee artikelen uit de Richtlijn waren hier de voornaamste reden voor:

 

  • Artikel 11: auteursrecht en perspublicaties

 

Artikel 11 van de Richtlijn behandelt de “bescherming van perspublicaties met betrekking tot digitale toepassingen”. Dit artikel verleent uitgevers van perspublicaties de auteursrechten om de reproductie en de publicatie van hun digitale perspublicaties toe te staan of te verbieden. De Richtlijn gaat met andere woorden uitgevers toevoegen aan de lijst van actoren die beschermd worden door het Europees auteursrecht. De uitgevers voegen zich bij de auteurs, uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen, producenten van de eerste vastleggingen van films, en omroeporganisaties. Het artikel stelt evenwel uitdrukkelijk dat deze exclusieve rechten de rechten van de auteurs niet in de weg staan, en dat de auteurs (journalisten) recht hebben op een “gepast aandeel” van de bijkomende inkomsten die persuitgevers ontvangen voor het gebruik van hun perspublicaties.

 

Dit auteursrecht voor uitgevers opent de mogelijkheid voor nieuwssites om bijvoorbeeld een vergoeding te onderhandelen voor het gebruik van hun artikels of foto’s op platformen zoals Google en Facebook. Onder dit gebruik vallen bijvoorbeeld de klassieke “news aggregation” diensten, waarbij korte fragmenten van nieuwsartikels (en eventueel foto’s) gepubliceerd worden. Dit gaf in België reeds jaren geleden aanleiding tot procedures: zie bijvoorbeeld het Copiepresse t. Google arrest van de het Hof van Beroep van Brussen van 2011.

 

Critici waarschuwen in deze context voor een “link taks” als gevolg van artikel 11, al lijkt dit voorbarig. Artikel 11 van de nieuwe Richtlijn Auteursrecht vermeldt immers letterlijk dat deze rechten zich niet uitstrekken “tot loutere hyperlinks die vergezeld gaan van losse woorden.”

 

  • Artikel 13: auteursrecht en online platformen

 

Artikel 13 van de Richtlijn behandelt het gebruik van beschermde inhoud door “aanbieders van onlinediensten voor het delen van inhoud die grote hoeveelheden door hun gebruikers geüploade werken en andere materialen opslaan en toegang daartoe verlenen”.

 

Van bij het eerste ontwerp van de Richtlijn is dit artikel omstreden geweest. Dit leidt immers tot een mogelijke rechtstreekse aansprakelijkheid van internetplatformen zoals Facebook, Twitter en YouTube, voor inhoud die door hun gebruikers is geüpload. Er wordt ook gevreesd dat deze internetplatformen té strenge filters zullen toepassen die eventueel tot een vorm van censuur kunnen leiden.

 

Dit artikel is natuurlijk een goede zaak voor de auteurs (in de breedste zin van het woord), omdat niet-toegelaten gebruik van hun werken beter dan ooit zal kunnen worden tegengegaan. Misbruik van andermans werk online is immers vlug gebeurd, maar het is voor een auteur niet altijd gemakkelijk om inbreuken te laten stopzetten of een vergoeding te krijgen. Voor de auteurs is de Europese Richtlijn over auteursrecht dan ook uiterst welkom.

 

Anderzijds rijst de vraag of internetplatformen niet te ver zullen gaan om hun aansprakelijkheid te beperken, en of dit ten koste zal gaan van de creativiteit en vrijheid van meningsuiting van de gebruikers. Door gebruikers geüploade filmpjes, parodieën, en zogenaamde memes kunnen immers vaak fragmenten, beelden of imitaties van auteursrechtelijk beschermde werken bevatten, en worden gebruikt om een mening uit te drukken. De vraag rijst of internetplatformen een evenredige afweging zullen maken tussen de auteursrechten van een auteur en de vrijheid van meningsuiting van hun gebruikers. Ook rijst de vraag of deze platformen steeds een correcte inschatting kunnen maken of er überhaupt wel een auteursrechtinbreuk heeft plaatsgevonden. Dit oordeel zal waarschijnlijk worden overgelaten aan geautomatiseerde mechanismen, en niet aan natuurlijke personen, vanwege het grote volume aan inhoud dat op platforms zoals Facebook en YouTube dagelijks wordt geüpload.

 

De nieuwe Auteursrecht Richtlijn vermeldt wel dat de platformen een doeltreffende en snelle procedure moeten instellen voor klachten (en schadevergoedingen!) voor gebruikers als hun inhoud onterecht verwijderd werd.

 

Bepaalde providers zijn sowieso uitgesloten van de draagwijdte van de nieuwe Auteursrechtrichtlijn. Zo vermeldt het voorstel dat het moet gaan om aanbieders die “grote hoeveelheden” of “aanzienlijke hoeveelheden” (de Nederlandse vertaling is weinig consequent) werken laten delen via hun platform, en die deze werken exploiteren “met winstoogmerk” (bijvoorbeeld advertenties). Het is niet altijd duidelijk hoe deze begrippen juist moeten geïnterpreteerd worden. Bovendien worden bepaalde diensten uitdrukkelijk uitgesloten, o.a. “micro-ondernemingen”, “kleine ondernemingen”, niet-commerciele dienstverleners zoals online-encyclopedieën (bijv. Wikipedia), en verleners van onlinediensten waarbij de inhoud wordt geüpload met toestemming van alle betrokkenen, zoals onderwijs- of wetenschappelijke gegevensbanken. Ook aanbieders van cloud diensten voor individueel gebruik die geen rechtstreekse toegang tot het publiek verstrekken, open source software-ontwikkelingsplatforms en onlinemarktplaatsen waarvan de voornaamste activiteit bestaat uit de onlinedetailverkoop van fysieke goederen, vallen buiten het bereik van de nieuwe Richtlijn Auteursrecht.

De bal rolt, maar we zijn er nog niet

 

Hoewel een belangrijke stap in het proces is gezet, zal de vernieuwing van het Europees auteursrecht nog even op zich laten wachten. Nu het Europees Parlement een voorstel voor de Richtlijn heeft goedgekeurd, kan het gaan samenzitten met de Europese Raad en de Europese Commissie om een definitieve tekst te onderhandelen. De stemming over de finale versie wordt verwacht in januari 2019, waarna de Europese Lidstaten na de inwerkingtreding van de Richtlijn minstens 12 maanden krijgen om deze om te zetten naar nationaal recht.

 

Wij houden u alvast op de hoogte!

 

Bart Van Besien

Advocaat