Het Hof van Justitie van de EU heeft in een mijlpaalarrest het “recht om vergeten te worden” erkend. Volgens het Hof kan men in bepaalde omstandigheden aan een zoekmotor (Google) vragen om informatie uit de zoekresultaten te verwijderen. De uitspraak heeft betrekking op zoekmachines, niet op nieuwssites, blogs of andere nieuwsmedia. Toch kunnen ook nieuwsmedia zich verwachten aan verzoeken tot verwijdering van informatie.

 

Recht om vergeten te worden

EU-arrest “recht om vergeten te worden”: wat waren de feiten?

In 1998 kampte de Spanjaard Mario Costeja Gonzalez met financiële moeilijkheden. Zijn huis werd openbaar verkocht, en daar werd melding van gemaakt in de krant La Vanguardia. Ruim zestien jaar later vond Gonzalez het onaanvaardbaar dat hij nog steeds geconfronteerd werd met zijn financieel verleden. Bij het intikken van zijn naam op Google kwam het oude krantenartikel over zijn vroegere schulden en de openbare verkoop meteen op het scherm. Gonzalez vroeg eerst aan de krant om het artikel te verwijderen, en richtte zich dan tot Google. De Spaanse Privacycommissie pleitte de krant vrij, maar verplichtte Google om de informatie uit de zoekresultaten te verwijderen. De zaak kwam voor de Spaanse rechtbanken. Uiteindelijk besliste het hoogste Spaanse gerechtshof om de zaak voor te leggen aan het Hof van Justitie van de EU.

 

Leidt het “recht om vergeten te worden” tot censuur?

Het arrest van het Hof van Justitie zegt dat enkel de linken naar de informatie moeten verwijderd worden. Niet de informatie zelf dus. Die blijft met andere woorden nog steeds online beschikbaar, maar wordt niet langer geïndexeerd in Google’s zoekmotor. Het gaat dus niet echt om censuur. Toch is de informatie uit de zoekresultaten in de praktijk niet langer vindbaar.

 

Heeft het recht op privacy altijd voorrang op het recht op informatie?

Neen. Het Europees Hof maakt een afweging tussen de privacybelangen van de betrokken persoon en het belang dat het publiek heeft bij toegang tot informatie. In dit geval hield het Hof rekening met het privacygevoelige karakter van de informatie, die financiële schulden en de gedwongen openbare verkoop van een woning betrof. Bovendien dateerde de informatie van 16 jaar geleden. Het Hof verduidelijkt dat in bepaalde omstandigheden een verzoek tot verwijdering uit de zoekresultaten kan worden afgewezen, bijvoorbeeld als er een publiek belang is om toegang tot de informatie te hebben wegens de rol die iemand bekleedt in het openbare leven. Al bij al blijft het EU Hof nogal vaag hierover.

 

Wat zijn de gevolgen van het “recht om vergeten te worden” voor Google, Yahoo en Bing? 

Zoekmotoren moeten er rekening mee houden dat iemand vanaf nu kan vragen om persoonlijke informatie uit de zoekresultaten te verwijderen. Daarvoor moet men niet aantonen dat men schade lijdt. Dergelijke aanvragen zullen vooral gerechtvaardigd zijn als blijkt dat de informatie niet langer relevant is, of ontoereikend. Zoekmotoren zullen dus procedures moeten ontwikkelen om zulke aanvragen (“removal requests”) te behandelen. Het valt af te wachten hoe ze daarmee zullen omgaan. Zullen ze op veilig spelen, om boetes te vermijden, en aanvragen tot verwijdering voorrang geven op publieke toegang tot informatie? In veel gevallen is de afweging privé/publiek niet makkelijk te maken. Daarom is het – nogmaals – jammer dat het Europees Hof niet méér concrete richtsnoeren geeft voor het maken van die afweging, die nu de facto aan de zoekmotoren zelf wordt overgelaten.

 

Wat zijn de gevolgen voor nieuwsmedia en bloggers? 

Deze uitspraak gaat enkel over zoekmotoren. Er kan eventueel wel geargumenteerd worden dat het arrest ook van toepassing is op andere websites die zoekfuncties aanbieden. Het Europees Hof erkent wel uitdrukkelijk dat er een wettelijke uitzondering is voor de verwerking van persoonsgegevens “voor uitsluitend journalistieke doeleinden”. Het valt dan ook te verwachten dat voor digitale kranten en andere online uitgevers van nieuws, de vrijheid van informatie veel zwaarder zal doorwegen dan het geval was in deze zaak. Hier woog het EU Hof het recht op privacy (“recht om vergeten te worden”) enkel af tegen Google’s commerciële belangen, niet tegen de vrijheid van meningsuiting of de persvrijheid. Toch valt het niet uit te sluiten dat deze zaak op termijn ook belang zal hebben voor online krantenarchieven. Ook kranten- en andere nieuwssites kunnen zich wellicht verwachten aan een toename van verzoeken tot verwijdering van informatie.

Bart Van Besien