Merkbescherming voor voeding: strijd om de “Sachertorte”
Een van de beroemdste taarten ter wereld én symbool van de Oostenrijkse patisserie, is de Weense Sachertorte. Maar wie heeft deze taart nu precies uitgevonden en hoe zit het met de juridische bescherming van de naam “Sachertorte”?
Ontstaan van de Sachertorte
Volgens de legende[1] werd de Sachertorte in 1832 door Franz Sacher uitgevonden, die toen een leerjongen was in de hofkeuken van de Oostenrijkse prins Klemens von Metternich (de voorzitter van het Congres van Wenen en jarenlang minister onder de Habsburgse keizers).
Prins Metternich vroeg zijn chef-kok een unieke taart te bakken voor een gezelschap van vooraanstaande gasten. Maar de chef-kok was ziek, en de opdracht kwam toe aan de toen zestienjarige Franz Sacher, een stagiair banketbakker met een creatieve en vindingrijke geest. “Dat hij mij toch niet te schande maakt, vanavond”, zo verzuchtte Metternich naar verluidt (“Dass er mir aber keine Schand’ macht, heut Abend!”).
Franz Sacher ging aan de slag met de ingrediënten die hij ter beschikking had en creëerde de eerste versie van de “Sachertorte”. Die viel blijkbaar in de smaak, en sindsdien werd deze taart vaak op de tafel van Metternich geserveerd.
De Sachertortes van Demel en Hotel Sacher
Franz Sacher ging later in Bratislava en Budapest werken, maar keerde in het revolutiejaar 1848 terug naar Wenen. Hij richtte in 1851 een “Wein und Delikatessen-Restauration” op, waar hij blijkbaar ook zijn chocoladetaart aan klanten verkocht.
Zijn zoon Eduard Sacher ging in de leer bij banketbakkerij Demel[2] – de toenmalige hofleverancier van taartjes voor de Habsburgse keizer – waar hij het recept voor de Sachtertorte verder ontwikkelde tot haar huidige vorm.
In 1876 opende Eduard Sacher in Wenen zijn eigen hotel, Hotel Sacher, waar hij de Sachertorte aan zijn gasten aanbood. Vanaf dan boden zowel Demel als Hotel Sacher een “Sacher-torte” aan, maar het lijkt erop dat de term toen al ruim ingeburgerd was in Wenen.[3] Zo vermeldde Katharina Prato in haar kookboek van 1858 (“Die Süddeutsche Küche”) al een recept voor “Chocolade-Torte à la Sacher”.
Vele jaren later, in 1934, werd Hotel Sacher failliet verklaard, en Eduard’s zoon – die ook Eduard heette – ging op zijn beurt aan de slag bij banketbakkerij Demel. Hij verleende het alleenrecht aan Demel om een “Eduard-Sacher-Torte” te verkopen en verkocht blijkbaar ook het familie-recept aan Demel[4] (maar vermoedelijk had Demel al het originele recept van Eduard Sacher senior).
Hotel Sacher kreeg een nieuwe start met nieuwe eigenaars[5] die de Sachertorte ook via straatverkoop begonnen te verkopen en blijkbaar in 1938 een merkaanvraag indienden voor “Original Sacher-Torte”.[6]
Weense taartenoorlog: wie mag “Original Sacher-Torte” gebruiken?
Na de Tweede Wereldoorlog barstte de taartenoorlog tussen Demel en Hotel Sacher echt los. De Oostenrijkse rechtbanken moesten beslissen over het recht om de term “Original Sacher-Torte” te gebruiken, maar ook over het gebruik van de tweede laag abrikozenjam in het midden van de taart.
Demel gebruikte immers geen abrikozenjam tussen de chocoladecake en smeerde enkel een laag jam bovenop de taart, onder de chocoladeglazuur. Naar eigen zeggen deed Demel dit volgens het originele recept van Eduard Sacher. Hotel Sacher bestreed dit echter, omdat de originele taart volgens hen twee lagen abrikozenjam bevatte. De Oostenrijkse schrijver Friedrich Torberg – die klant was in beide zaken – getuigde voor de rechtbank dat ook Hotel Sacher voor de Eerste Wereldoorlog slechts één laag abrikozenjam gebruikte, wat betekent dat de huidige Sachtertorte van Hotel Sacher (met twee lagen jam en verkocht onder de naam “Original Sacher-Torte”) dus eigenlijk minder “origineel” is dan deze van bakkerij Demel (met één laag jam).[7]
Na een lange procedureslag kwamen de partijen in 1965 tot een compromis.[8] Sindsdien kan enkel nog Hotel Sacher de taart verkopen als “Original Sacher-Torte”, met een ronde chocoladezegel bovenaan. Demel mag het woord “original’ niet gebruiken voor haar Sachtertorte maar behield wel het recht om de namen “Eduard Sacher-Torte” of “Demel Sachtertorte” te gebruiken, met gebruik van een driehoekig chocoladezegel. Zo werd het geschil uiteindelijk opgelost, en konden beide ‘huizen’ toch hun eigen Sachertaart blijven verkopen.
Hotel Sacher heeft nog steeds verschillende geregistreerde merken voor de “Original Sachter-Torte”, zowel op nationaal, Europees en internationaal niveau.
Juridische bescherming van het recept?
Recepten kunnen juridisch gezien niet beschermd worden door het auteursrecht of het merkenrecht, maar worden door hun eigenaars meestal zo goed als mogelijk geheim gehouden. Het exacte recept van de ‘Sacher-taarten’ van Hotel Sacher en Demel wordt naar eigen zeggen nog steeds geheim gehouden, maar in realiteit vermeldt Hotel Sacher het recept gewoon op haar website en ook de Oostenrijkse overheid vermeldt een recept op haar website.
Bart Van Besien
Advocaat
[1] Dit verhaal werd verteld door Eduard Sacher, de zoon van Franz en de oprichter van het beroemde Hotel Sacher.
[2] “k.u.k. Hofzuckerbäcker Demel” is nog steeds een icoon van de Oostenrijkse delicatessen. De benaming “k.u.k.” staat voor “kaiserlich und königlich”, en refereert naar de status van Demel als hofleverancier van de Habsburgers.
[3] Eduard Sacher schreef in 1888 in een lezersbrief aan de Wiener Zeitung over de Sachertorte: “Man findet sie in ganz Wien, in allen größeren Städten, kurz überall am Speisezettel als eine bekannte Spezialität.”
[4] Volgens Friedrich Torberg: Die Tante Jolesch, oder der Untergang des Abendlandes in Anekdoten, ‘Sacher under Wider-Sacher’, 1961, p. 314-315.
[5] De Gürtler familie is nog steeds de eigenaar van Hotel Sacher.
[6] Zo staat te lezen op verschillende websites; ik vind zelf geen merkaanvraag terug van 1938, maar vermoedelijk zijn dergelijke oude Oostenrijkse merkaanvragen niet publiek beschikbaar vanuit het buitenland. Problematisch in dit hele verhaal is dat de websites die deze “taartenoorlog” beschrijven, nogal kritiekloos van elkaar overschrijven zonder eigen onderzoek te doen.
[7] Friedrich Torberg: Die Tante Jolesch, oder der Untergang des Abendlandes in Anekdoten, ‘Sacher under Wider-Sacher’, 1961, p. 314-315. Torberg sloot af met de opmerking dat hij eigenlijk helemaal geen Sachertorte lust, of die nu met of zonder marmelade gemaakt wordt.
[8] Bijna alle online beschikbare bronnen vermelden dat dit een ‘out of court settlement’ was, maar Friendrich Torberg – die als getuige optrad in deze zaak – vermeldt dat deze uitkomst opgelegd werd door het Oberlandesgericht (het Hof van Beroep), dat Hotel Sacher in het gelijk stelde. Vermoedelijk gingen de partijen nog even langs bij het Oberster Gerichtshof, en werd pas daarna een ‘eerbaar compromis’ gesloten.
Recente reacties