Fiscale controle auteursrecht: hoe correct reageren?

Er zijn nog steeds veel fiscale controles rond auteursrechtvergoedingen. Deze controles zijn niet gestopt na de hervorming van de wet op de fiscale uitbetaling van auteursrechten in december 2022. Welke informatie vraagt de fiscus? Hoe kan je correct reageren in geval van een fiscale controle auteursrecht? Waar moet je op letten? Wat zijn de stappen bij een fiscaal geschil rond auteursrechten? Advocaat Bart Van Besien geeft uitleg.

Fiscale controle auteursrecht

Fiscale controle Auteursrecht: vraag om inlichtingen en antwoord

Een fiscale controle rond auteursrechtvergoedingen start normaal gezien met een vraag om inlichtingen. Op de vragen van de fiscale controleurs moet gepast gereageerd worden, binnen een termijn van één maand, met argumenten, uitleg én bewijsmaterialen.

Cruciaal is om volgende elementen aan te tonen (zie meer uitleg verder in de tekst):

Originaliteit van de werken:

De “werken” moeten voldoende origineel zijn om auteursrechtelijk beschermd te zijn (zie meer uitleg hieronder; voor basisinformatie i.v.m. auteursrecht en de voorwaarde van “originaliteit”, lees mijn eerdere post “10 vaak gestelde vragen rond Belgisch auteursrecht” of mijn boek “Auteursrecht en Belastingen” van 2022);

Vaste vorm van de werken:

De “werken” moeten ook voldoende concreet zijn (een louter idee of concept is onvoldoende);

Overdracht of licentie van auteursrechten:

Er moet een overdracht of licentie van de auteursrechten plaatsvinden, best via een schriftelijk contract;

Exploitatie en publieke mededeling van de werken:

De “werken” moeten werkelijk geëxploiteerd worden naar een voldoende ruim publiek; en

Vergoeding voor auteursrecht:

De betalingen moeten wel degelijk een vergoeding zijn voor de auteursrechten en niet voor prestaties.

De vraag om inlichtingen kan ook gepaard gaan met een plaatsbezoek, waarbij de fiscale controleurs mondeling vragen stellen en documenten inkijken. De belastingplichtige (de “auteur”) kan dan antwoorden en uitleg geven, bewijsmaterialen voorleggen, enz. Daarbij kan bijvoorbeeld ook inzage gegeven worden in documenten op de computer van de auteur zonder dat die allemaal neergelegd worden bij de fiscus.

De belastingplichtige kan zich laten bijstaan door een accountant of advocaat. Dit is gebruikelijk en is aangeraden. Na het plaatsbezoek zullen de fiscale controleurs een proces-verbaal van vaststellingen opmaken met hun ‘conclusies’.

Typisch vraagt de fiscus om inzage in volgende elementen:

Het werk waarvoor auteursrecht ingeroepen wordt:

De fiscale controleurs vragen vaak om een omschrijving te geven van de werken, de auteur, de vormgeving, de originaliteit, de relatie tussen de auteur en de vennootschap, de datum van creatie, enz.

Vooral belangrijk is om aan te tonen dat het werk voldoende origineel is in die zin dat de auteur vrije en creatieve keuzes heeft gemaakt die zijn of haar persoonlijkheid weerspiegelen. Bij korte, technische en wetenschappelijke werken ligt dat vaak moeilijker maar dit is zeker niet onmogelijk. De fiscus neemt vaak – onterecht – het standpunt in dat een technisch of wetenschappelijk werk sowieso geen ruimte laat voor originaliteit. Dan moet de auteur wel voldoende eigen keuzes hebben gemaakt bij de uitwerking van het werk (met andere woorden: de vorm en formulering mogen niet louter volgen uit de werkelijkheid).

Vaak vraagt de fiscus om voor elk “werk” afzonderlijk aan te tonen waar de originaliteit ligt en welke creatieve keuzes gemaakt werden. Het is een kwestie om minstens voor een representatief aantal werken hierop te antwoorden en bewijzen te verzamelen – steeds m.b.t. de inkomstenjaren waarvoor de controle plaats vindt. Soms zien we dat cliënten of boekhouders voorbeelden van werken neerleggen die gecreëerd werden in andere jaren, wat niet zal helpen bij de fiscale controle.

De auteur van de “werken” en de verkrijger van de auteursrechten:

De fiscale controleurs vragen meer informatie over de identiteit van de auteur van de “werken” waarvoor auteursrecht ingeroepen wordt en die de auteursrechtvergoedingen verkreeg. Was hij of zij de enige auteur of waren er medeauteurs? Wordt de auteur vermeld bij de werken of niet (wat een wettelijk vermoeden van auteurschap kan doen ontstaan)?

De fiscus zal ook informatie vragen over de verkrijger van de auteursrechten (vaak de vennootschap van de auteur of de werkgever of opdrachtgever) en welke activiteiten voert die uit? Is de auteur ook bestuurder van de vennootschap die de auteursrechtvergoedingen uitbetaalt? Krijgt de auteur – bedrijfsleider naast de auteursrechtvergoeding ook een correcte bedrijfsleidersbezoldiging uitbetaald? Het is een kwestie om duidelijk te maken dat de auteur en de verkrijger van de auteursrechten afzonderlijke juridische entiteiten zijn en dat de overdracht en de auteursrechtvergoedingen correct uitgevoerd werden.

De overgedragen auteursrechten:

De fiscale controle zal inzage vragen in een schriftelijk contract waarbij de auteursrechten overgedragen worden en de auteursrechtvergoedingen vastgelegd worden. De fiscus zal checken of het een “overdracht” of een “licentie” van auteursrechten betreft, welke vermogensrechten worden overgedragen, worden de “werken” voldoende duidelijk gespecificeerd in de overeenkomst (soms zijn het zeer algemene verwoordingen), wordt de auteursrechtvergoeding voldoende duidelijk omschreven in de overeenkomst, worden de auteursrechten opgenomen in het actief van de vennootschap, enz.? De fiscale controle zal ook nagaan of het contract gerespecteerd werd, want soms worden andere auteursrechtvergoedingen uitbetaald dan wat in de overeenkomst vermeld werd (soms op basis van addenda, maar soms ook niet).  De aanwezigheid van een schriftelijke overeenkomst is vaak cruciaal, maar eventueel kunnen ook facturen of andere ‘geschriften’ dienen als bewijs van overdracht of licentie van auteursrechten.

De auteursrechtvergoedingen:

De fiscus zal checken of het werkelijk gaat om vergoedingen voor auteursrechten of eerder om prestatievergoedingen of bedrijfsleidersbezoldigingen. De fiscale controle zal ook nagaan wat de berekeningswijze is van de auteursrechtvergoedingen (bijv. een percentage van de omzet of van het loon: is het een objectieve berekeningsmethode of arbitrair?). Bovendien wordt bekeken of de vergoedingen “marktconform” zijn (wat moeilijk na te gaan is). Belangrijk is ook of de auteursrechtvergoedingen een invloed hebben op de omzet of de winstgevendheid van de vennootschap en of de bedrijfsleidersbezoldiging (loon) verlaagd werd naar aanleiding van de uitbetaling van auteursrechtvergoedingen. Tenslotte zal de fiscus ook willen weten hoeveel tijd de auteur spendeert aan creatieve bezigheden. Een auteursrechtvergoeding die in proportie is ten opzichte van omzet, winst, en bedrijfsleidersbezoldiging is uiteraard makkelijker te verdedigen. Soms informeert de fiscale controle ook naar de betaling van BTW op de auteursrechtvergoedingen.

Exploitatie van het auteursrechtelijk beschermd werk:

De fiscale controleurs zullen willen weten of de ‘werken’ of de auteursrechten werkelijk geëxploiteerd worden door de vennootschap. Vond er een publicatie of verspreiding naar het publiek plaats? Wat was het relevante publiek voor de mededeling van het werk? Is dit publiek voldoende ruim of eerder beperkt? Kunnen er cijfers of bewijsmateriaal voorgelegd worden i.v.m. de verspreiding (bijv. bezoekerscijfers van websites, enz.)? Wat is de omzet uit de auteursrechten? Blijkt dit uit facturen? Is er een rechtstreekse of onrechtstreekse inkomstenstroom uit de ‘werken’? Het is cruciaal om overtuigend bewijsmateriaal voor te leggen waaruit blijkt dat de vennootschap de auteursrechten werkelijk exploiteert naar een voldoende ruim publiek.

Kosten i.v.m. auteursrechten:

Werden kosten gemaakt om belastbare inkomsten te verwerven, zijn er bewijsstukken voor de kosten, waarom waren deze kosten noodzakelijk, werden kosten dubbel afgetrokken, enz.?

Voorafgaande beslissing (ruling) i.v.m. auteursrechten:

De fiscus zal ook vragen of een “voorafgaande beslissing” of “ruling” bekomen werd van de Dienst Voorafgaande Beslissingen (Rulingcommissie)? Dit is uiteraard geen verplichting maar schenkt wel veel zekerheid i.v.m. de uitbetaling van auteursrechtvergoedingen.

Eventueel kan men zich baseren op rulings die voor andere partijen aanvaard werden (en gepubliceerd werden). Deze kunnen als richtlijn dienen, ook al heeft een ruling in principe enkel uitwerking voor de partijen die de ruling hebben aangevraagd en heeft een ruling dus eigenlijk geen ‘precedentswaarde’ (maar in de praktijk kijken zowel de fiscus als de belastingplichtigen wél met grote aandacht naar rulings in vergelijkbare gevallen).

 

Bericht van wijziging: geen auteursrecht maar loon

Na het antwoord op de vraag om inlichtingen, komt vaak een bericht van wijziging waarin de fiscus de auteursrechtvergoeding geheel of deels verwerpt en herkwalificeert als bezoldiging (loon). De belastingplichtige heeft dan opnieuw de kans om een antwoord in te dienen op het bericht van wijziging.

 

Kennisgeving van taxatie in de personenbelasting

Als de argumenten uit het antwoord op het bericht van wijziging verworpen worden, dan volgt meestal een kennisgeving van taxatie in de personenbelasting, en vervolgens een nieuw aanslagbiljet.

In de praktijk komt het vaak voor dat een belastingplichtige een omvangrijke argumentatie en documentatie indient en dat de fiscus telkens bijzonder kort antwoordt dat de auteursrechtvergoedingen niet aanvaard worden, zonder veel onderbouwing. Dit kan frustrerend zijn maar hoort blijkbaar bij de aanpak van de fiscus.

 

Aanslagbiljet en bezwaarschrift auteursrecht

Nadat het aanslagbiljet in de personenbelasting (PB) ontvangen wordt, kan de belastingplichtige een bezwaarschrift indienen. De termijn hiervoor wordt vermeld op het aanslagbiljet zelf.

 

Hoorzitting en/of fiscale bemiddelingscommissie rond auteursrechten

Na het bezwaarschrift kan gevraagd worden om een hoorzitting om het standpunt van de belastingplichtige verder uit te leggen aan de fiscus.

Ook kan geopteerd worden om een verzoek tot bemiddeling in te dienen bij de fiscale bemiddelingscommissie. Die luistert dan naar de standpunten van zowel de fiscus als de belastingplichtige en probeert mee te werken naar een minnelijke oplossing om zo een gerechtelijke procedure te vermijden.  Beroep doen op de Fiscale Bemiddelingscommissie is vaak een goed idee.

Beslissing over bezwaarschrift en vordering bij de rechtbank inzake auteursrecht

Als de fiscus het bezwaar verwerpt, dan heeft de belastingplichtige drie maanden de tijd om een vordering in te stellen bij de Rechtbank van Eerste Aanleg, via een verzoekschrift op tegenspraak. Dit wordt best opgesteld door een advocaat die onderlegd is in zowel het auteursrecht als het fiscaal recht.

 

Bart Van Besien

Advocaat auteursrecht

Auteur van het boek ‘Auteursrecht en Belastingen’